20 zeemijl verder bracht ons naar Puerto del Rosario, de hoofdstad van Fuerteventura. Fuerteventura is één van de grotere eilanden van de Canaries. Maar net zoals Lanzarote is het landschap op Fuerteventura vrij dor. Je ziet ook weer de oude vulkaantoppen, maar nu ligt er veel zand en stenen tegen. Puerto del Rosario is heel klein. Je zou niet zeggen dat het een hoofdstad is. We ankerden buiten de haven, voor een kleine baai, waar nog andere zeilboten lagen. Ons zeiltochtje verdiende opnieuw een frisse duik in het water. Het strand had zand met steentjes in. We speelden op de hete stenen en maakten zandbollen. Yoren ontdekte een manier om vissen zittend op de bodem te bekijken.

Nog 20 zeemijl verder bracht ons bij Gran Tarajal. Er is hier een groot strand met bruinzwart zand, een speeltuin op het strand, en leuke restaurantjes met verkoelende nevelsproeiers. Er staat hier ook een skelet van een kleine walvissoort op het strand, de cuvier of common beaked whale. Het stadje zelf is klein en je ziet hier niet veel toeristen. De yachthaven is van de overheid, dus er zijn niet veel extra’s. De douches hebben enkel koud water, maar het is hier buiten warm genoeg. Dus koud-lauw water doet deugd.

  

Hier in de marina kan je supergoed kan vissen. Er zitten hier scholen van kolsterten, gestreepte met grote ogen, mullets, gestreepte met kleine ogen, paarse, … De meeste stonden niet in ons boekje.

   

Je kan ze heel goed vangen met een trucje met brood. De vissen eten hier graag brood, de hele school komt erop af. Als je heel stil zit eten ze het brood op de haak helemaal op totdat ze de haak binnen hebben. Dan is het gewoon een kwestie van de vis op het land te trekken en met het netje in de bak te zetten. We vingen de ene vis na de andere en hadden niet genoeg emmers en bakken om ze in te steken.

   

  

Hier hebben we ook afgesproken met memé en pepé, die ons terug naar België gaan vliegen. Dus het einde van onze reis komt in zicht.

Naast spelen op het strand, snorkelen en vissen deden we van hieruit ook een paar uitstapjes. Zo gingen we met de bus naar Costa Calma, een toeristische stad, vooral gekend onder de Duisters, waar ook memé en pepé een huisje huurden. Costa Calma heeft naast alle hotels en bungalows gelukkig wel een heel groot en prachtig witzand strand. Dus zelfs al zijn er veel toeristen, je hoeft niet op elkaars schoot te zitten. Het witte zand vormt een leuke afwisseling van het bruinzwart zandstrand in Gran Tarajal.

  

We maakten ook een zeiltochtje om te gaan vissen. Hiervoor hadden we op voorhand levende vissen gevangen in de marina, die we dan in een net van een andere boot staken. De volgende ochtend wouden die echter niet meer bijten, dus moesten we nog snel nieuwe vangen. Eens twee vissen gevangen, vertrokken we zo’n 6 mijl verder waar er rotsen uit de diepte naar boven kwamen, een geliefd plekje voor vissen. Daar aangekomen zetten we de lijnen uit met onze levende vis eraan. Gelukkig voelen vissen geen pijn want zo’n haak door je rug kan niet prettig zijn. De zeemeeuwen kwamen er een paar keer op af en Gitane moest keihard blazen op haar fluitje om ze weg te jagen. Misschien wel zo hard dat alle vissen weggejaagd werden, want het lukte ons niet om de grote vissen te laten bijten!

  

We kregen bezoek van Bryan en Catherine, twee Britten die net 6 weken zeilden om een boot naar de Canarische eilanden te brengen vanuit Groot-Brittanië. Beiden hadden heel wat zeilervaring en ver boven de 40 000 zeemijl dus het was heel interessant om met hen te praten. We kregen een hoop lokasen van Bryan, die we zeker zullen uitproberen bij onze volgende overtocht.

De volgende ochtend werden we wakker en was mama’s plooifiets verdwenen. De hevige wind blies hem van de kade het water in. Tijd dus voor operatie “red mama’s fiets”. We deden ons vestje, masker, en vinnen aan. Gewapend met een touw doken we naar de marinabodem om een touw te knopen rond de fiets. Dat klusje was supersnel geklaard. Yoren maakte een paalsteek onder water en samen begeleidden we de fiets naar boven terwijl mama hem boven trok. Easy!

   

We vierden Gitane’s vijfde verjaardag samen met memé en pepé. Op de traditionele manier. Je kan het misschien al raden, met een braai: steak, worstjes, mieliepap en saus!

   

Samen met memé huurden we een busje en reden Fuerteventura rond. We bezochten Morro Jable en de zeeschildpadden kwekerij. We reden naar de oude hoofdstad Bethancuria. Wat opvalt is dat alle stadjes superklein zijn hier. Het landschap is heel schraal, slechts hier en daar zie je oases met palmbomen en begroeiing. De rest zijn zand of steenduinen, of oude vulkaantoppen. Bij de jongere vulkaantoppen ligt er wel nog vruchtbare bruinrode aarde en daar zie je zachte begroeiing. Leuk zijn wel de cactussen.

  

  

Sterke wind, Fuerteventura

Leave a Reply

Your email address will not be published.