Red Frog Beach
We wilden graag eens naar Bastimentos eiland gaan. Onze eerste keuze was om naar het dorpje te gaan en van daar door de jungle te wandelen naar het verlaten Wizard Beach. Maar toen we navraag deden bij de watertaxi’s dan vertelden ze ons dat het de laatste tijd veel te veel geregend had om door de jungle te wandelen en dat de mensen die het vorige week probeerden terugkwamen met modder tot over hun knieen en zelfs hun schoenen verloren in het plakkend spul. We kozen dan maar voor Red Frog Beach. Red Frog beach dankt zijn naam aan de kleine rode giftige kikker die er woont. Die wilden we wel graag eens zien!
We namen de watertaxi van Bocas Town langs Carenero, dat er vanop de boot veel mooier uitzag dan als je door het moerassig Indianen dorp wandelt! En dan door de mangroves, waar je vogels ziet zitten. Lekker snel met de wind in ons haar. De watertaxi zet je af op het Red Frog dok. Van daar volg je het wandelpad naar de tegengestelde kant van het eiland, waar het bekende Red Frog Beach is.
Het was een iets minder mooie dag, met grijze wolken in de lucht die af en toe wat opentrokken en ons gelukkig van regen spaarden. Om het wandelpad te nemen moet je 5 USD betalen. Met dat geld onderhouden ze het pad. De begroeiing was gelijkaardig aan de jungle op de andere eilanden, en het was even mooi, maar het voelde iets minder wild aan dan de jungle. Over een aangelegd padje wandelen voelde zelfs een beetje fake, zoals in één van die aangelegde tropische tuinen lopen. Op het wandelpad hoorden we allerlei jungle geluiden zoals honderden kwakende kikkers, tsjirpende krekels, fluitende vogels, maar we zagen hen niet. Geen rode kikkers of kaaimannen te zien, wel veel hoge bomen en planten overal, mooie bloemen, en langs het pad af en toe planten in roodgeverfde autobanden. Op de mooie wandeling midden in het bos, zagen we ook een hele kolonie leafcutter mieren die zichzelf een heel groot pad gebaand hadden en de helft van ons pad besloegen om de weg over te steken.
Op de foto kan je t niet goed zien, dus hier een filmpje: leaf cutter ants
Na de wandeling kwamen we op het strand uit. We beslisten dan een beetje verder te wandelen langs het strand. Misschien kwamen we de fameuze red frog daar tegen! We volgden eerst de vloedlijn op het strand, klommen over stenen en boomstammen, en merkten dat er op het strand minder van die glasvezelprikkels aanwezig waren. We volgden verder een paadje tussen de bomen tot we niet verder konden en het weer op het strand uitkwam. Helaas geen red frog of kaaimannen! Op de strandwandeling vond Arno enkel lege kokosnoten en veel babykokospalmen.
We gingen dan maar op zoek naar een mooi plekje om te zitten en zwemmen. Er was grote surf zoals in bluff. Leuk!!! Maar hier waren meer uitstekende rotsen te zien, dus je moest je plekje goed kiezen om te bodysurfen. We zagen ook enkele grote heremietkreeften op het strand. Voor de rode kikkers moesten we dus wachten tot ons bezoek aan het Smithsonian onderzoekscentrum, waar we vorige keer al over vertelden. In het echt zijn die dus blijkbaar niet zo makkelijk te vinden!
Gitane vond babygarnaaltjes in een waterpoel en speelde met hen.
Mama en Gitane gingen op schattenjacht en vonden iets ondergegraven in het zand. Halverwege waren ze het graven wat beu en hielpen we allemaal mee. Dit kwam eruit! Wat het is weten we niet…
Daarna gingen we ook eens de andere kant van het strand aflopen.
Om 16u hadden we de watertaxi terug geboekt. Het was een kleinere dan de eerste en hij zag dat wij veel plezier hadden als hij snel bochten maakte, dus hij sjeesde speciaal voor ons wat extra door de mangroves! Heel leuk!
Pepijn krijgt pijn
We gingen naar het strand, samen met Igor. We gingen niet naar het surfers’ strand, maar net voor Bibi’s. Van daar is het bijna een rechte lijn naar het volgend eiland, Solarte. Er is een lange ondiepe vlakte tot aan de stenen, ideaal voor ons om in te spelen. Toen we aan de uitstekende stenen kwamen besloot Pepijn om naar Solarte over te zwemmen. Toen mama ook aan de stenen kwam was Pepijn al een stipje in de verte. We dachten dat het toch wel een paar uur zou duren om over te zwemmen en terug te keren, dus toen het vijf uur werd besloten we terug te keren naar de marina. Het werd donker en we werden allemaal zeer bezorgd, nog steeds geen Pepijn. Misschien was hij te moe om terug te zwemmen? Of ging hij wandelen en verloor de tijd uit het oog? Terugzwemmen in het donker kan niet, dus misschien wacht hij gewoon tot morgenvroeg? Morgen kwam, nog geen Pepijn. We besloten om naar de politie te gaan. Maar TC en Cammy die hier al vele jaren wonen vonden het beter om eerst rond te bellen, want naar het politiekantoor gaan in het weekend zou niet veel opleveren. Het was evengoed om hen op te bellen en navraag te doen. Met hulp van een Spaans sprekende vriend belden we rond. De politie had geen weet van een ongeluk. We probeerden ook het ziekenhuis. We moesten verschillende keren proberen en kregen dan het nummer door van noodgevallen. Toen we daar eindelijk binnenraakten bleek dat ze inderdaad een Pepjin hadden.
We haasten ons naar daar en vonden Pepijn, intussen ook gekend als Pepejin, Pepjin, Pepeni of Mr Good. De Panamesen hadden blijkbaar moeite met zijn naam. Het vervelende was dat wij buiten moesten wachten. Er zijn geen kinderen toegelaten op de noodgevallen. We hoorden van mama dat hij genaaid was aan zijn hoofd, rug en arm aan de linkerkant op 6 verschillende plaatsen, 34 steken in totaal. Hij moest nog verder in het ziekenhuis blijven voor observatie. Hij was overreden door een watertaxi. De watertaxi bracht hem naar de brandweer en van daar werd hij op een ambulance geladen naar het ziekenhuis.
Omdat Bocas del Toro een eilandengroep is is het meest gebruikte vervoer de watertaxi. De watertaxi gaat overal volgens vaste routes. Ze brengen je naar waar je wil. Je kan op voorhand een ticketje kopen of op de taxi zelf betalen met kleingeld. Het kost bv 1 USD om van Carenero naar Bocas Town te gaan, 4 USD om naar Bastimentos te gaan, 3 USD om naar starfish beach te gaan. Tussen de eilanden door zijn er dus als het ware ‘autosnelwegen’. De taxis hebben allen zware motoren en zien heel vaak niet voor de boeg van hun panga (smalle houten of glasvezel boot) omdat hun punt boven het water zweeft. Een zwemmer kan je dan eigenlijk vergelijken met een schildpad die een autostrade oversteekt. Dus als je geen boei meehebt is de kans dat ze jou niet zien heel groot…
De volgende dag mochten we Pepijn ophalen uit het ziekenhuis. Zijn ribben deden ook wat pijn en zijn arm ging er maar slapjes bij, maar we waren blij hem terug te hebben. Gitane deed heel hard haar best om niet te wild te zijn. Pepijn kreeg een hoop pillen en zalfjes mee en moest 3 keer per dag ingesmeerd worden op al zijn pijn-plekken. Na een paar dagen kreeg hij zowat alle kleuren en was hij veranderd in de Amazing hulk!
Dit gebeurde een paar dagen voor hij terug moest naar België. We hoorden later pas dat hij naast al zijn steken ook nog 3 gebroken ribben, 2 gebroken wervels, en een liter bloed in zijn longen had! Nooit zwemmen tussen de eilanden door, dus!!
De weg terug
Op 8 augustus was de tijd aangebroken om terug te keren naar België. We hadden opnieuw ticketjes geboekt voor de frigobus. Om 17u namen we de watertaxi van Bocas Town naar Almirante. De watertaxi zat volgeladen en ging heel snel. Zo snel dat de wind Arno’s haar omtoverde in een druppelvorm, zo’n beetje zoals die supersonische wielrenner pothelms van vroeger. Tot Kerstmis, Bocas! 25 minuten later stonden we al aan wal.
De frigobusrit was saai en veel te lang voor Yoren. Arno vond het korter dan verwacht want hij viel een paar keer in slaap. De bus helde soms sterk over in de scherpe bochten. Op het kronkelpad over de bergen leek dit normaal, maar eens op de autosnelweg klopte dit niet! Waarschijnlijk was er iets kapot aan de vering, ophanging of schokdempers.
We kwamen aan om 4u s’ochtends in Panama City. We hielden ons een tijdje bezig. Rond 10u namen we de metro naar het oude stadsgedeelte, Casco Viejo, waar we gingen rondwandelen. We namen de loopbrug over de bus terminal en zagen er super veel oude bussen volgeschilderd met kunstwerken en spreuken en met gigantische uitlaatpijpen.
De metrorit was heel snel. Casco Viejo was echt de moeite. Alle oude gebouwen worden er opgeknapt met souvernirwinkeltjes of gezellige restaurantjes in. Rond de middag werd het wel erg warm, en zochten we koelte in een ijskoude, oude kerk.
Vlakbij is ook de lokale buurt, met een ‘winkelstraat’ vol goedkope winkels. We gingen lunch eten in zoiets lokaal, lekker en ze hadden een eetzaal met aircon!
We zagen er ook Kuna indianen, met een soort kettingkous van pareltjes over hun kuiten.
We namen de metro terug naar Allbrook en zochten daar naar de juiste bus naar de luchthaven. De rit door het stad was ook best interessant. Het zakencentrum van Panama City heeft een hoop speciale gebouwen.
We kwamen mooi op tijd aan op de luchthaven en gingen ons melden aan de KLM check-in voor de UM service. Na een tijd wachten werden we opgepikt om door de controle te gaan. Alles verliep vlot en voor we het wisten zaten we op het vliegtuig naar Schiphol. Arno sliep vooral, Yoren keek terug films. We werden opgepikt door Kim, Jasper en meme maar vielen al gauw in slaap in de auto…
De hoogtepunten van de reis is naar Bluff Beach met het hele gezin en natuurlijk bij mama, Arthur en Gitane zijn. Het surfen vonden we ook super. Het is leuk als je kan rechtstaan. Arno vond het fijn om zoveel tips te krijgen van andere surfers. Yoren vond dat wat minder, want dan werd hij eens behandeld als het kleine broertje.
Het minst leuk is altijd het vertrek omdat je weet dat je elkaar zal missen, dat het lang duurt voor je elkaar terug ziet, en dat je een lange tocht voor de boeg hebt.