Op een zeer mooie dag zonder regen waren we van plan om eerst te gaan snorkelen aan de punt van Carenero maar door 2 dagen van stortregen was het water blurry.
Bluff beach
Dus zijn we met zijn allen naar Bluff Beach geweest, een prachtig groot strand aan de andere kant van Isla Colon dat we bijna helemaal voor ons alleen hadden. We namen de dinghy naar Isla Colon en gingen dan met een lokale bus naar bluff beach. De bus was eigenlijk gewoon een monovolume en we zaten er met 8 passagiers in. Dat was zeer krap. Ons heen en weer ticket was een felgekleurd stuk schuimrubber met glinsters op. De rit naar bluff beach was prachtig. Tot aan Skully’s was het asfalt, daarna wordt het zandweg, door een stroompje en zeer hobbelig.
Toen we op Bluff Beach toekwamen zagen we de grote golven. Er stonden bordjes waarop ‘rip tides’ en ‘killer waves’ stonden. Rip tides betekent heel sterke surf en killer waves staat voor supergevaarlijke golven. Wij, Pepijn en Arthur hebben ons heel goed geamuseerd door te bodysurfen op de grote golven. Wij speelden de hele tijd met de golven die ons weg spoelden alsof we stokjes waren.
Voor mama en Gitane was de zee iets te ruw, dus zij speelden in een heerlijk fris zoet waterriviertje. Na uren spelen moesten we afdrogen voor de bus dus dronken we nog een drankje. En toen gingen we terug.
Bluff Beach is een stukje ongerepte natuur, en de zeeschildpadden weten dat. Het is één van hun grootste broedplaatsen. In oktober gaan ze er eitjes leggen. Hoe die baby schilpadjes dan door de hevige surflijn geraken zonder in schilpadpaté te veranderen is een mysterie…
Starfish beach
Op een zonnige dag besloten we om naar Starfish beach te gaan. Om naar Starfish beach te raken moet je opnieuw de bus nemen, naar Boca del Drago. Je doorkruist Colon eiland, en ziet het jungle deel. Het was een witte bus met roze onderkant, en er zaten enkel lokale mensen op. We kochten opnieuw heen en weer tickets. Deze keer had de bus een TV scherm waarop een film speelde die leek op een computerspel. Naar buiten kijken was dus interessanter. We zagen gigantische struiken bamboe, meer dan 8m hoog.
Op de busrit zag Yoren een paar luiaards in een boom zitten. We passeerden ook een recycle village, een groots project waarbij ze huizen en muren bouwen met plastiek flessen.
Na 30 minuten rijden kwamen we aan. Boca del Drago staat voor de muil van de draak in het Spaans. Jammer genoeg zagen we niets dat te maken had met draken :-(. Toen we aankwamen in Boca del Drago de voorpost van starfish beach keken we even rond en zochten naar het pad naar Starfish Beach. Tijdens onze wandeling naar starfish beach zagen we een stuk of 4 kleine bruine aapjes met een lange staart tussen de bomen. Ze kropen rond op de takken. Dat was wel fascinerend.
Eenmaal aangekomen op starfish beach wandelden we naar een stukje met minder mensen en vonden een boomstam om op te zitten. Om even uit te rusten. Daar aten we ons broodje op en gingen we op zoek naar een paar zeesterren, grote oranje tot rode.
Arno zag het meest zeesterren. We plaagden Gitane met een stokje. We vonden een grote sprinkhaan en hielden races met de krabben.
Op onze wandeling terug zagen we een luiaard en haar jong. Luiaards zijn zeer trage beesten. Ze hebben een plat, klein gezicht, lange arms, met maar 3 vingers aan hun handen, lang haar en een klein bobbeltje op haar rug. Ze zaten heel hoog in de boom en zagen er daardoor maar klein uit. Maar toch iets bijzonders om met eigen ogen te zien…
Het was dezelfde busrit terug met de uitzondering dat we geen apen zagen. Heel grappig was dat voor we vertrokken, de buschauffeur de radio aanzette om naar de World Cup Voetbal te luisteren. Vooral de commentaar Goal Goal Goaoaoaoaoaoaoaoaoalllllll! (waarbij de goal wel 3 minuten duurde) klonk nogal lachwekkend!
Met de fiets
Een andere uitstap was een fietstocht. Op Isla Colon huurden we 2 extra fietsen bij een rasta man maar we hadden nog een fiets te kort voor ons zessen. Dus huurden we ergens eentje met een zitje op voor Gitane. Na een poosje fietsen van Bocas Town over de isthmus, zei Gitane dat ze moe was (wat eigenlijk onmogelijk was want ze moest niet fietsen). We stopten bij enkele stukken eigendom die te koop waren. Bocas is een mooie plek en trekt momenteel een hoop avontuurlijke buitenlanders aan op zoek naar hun eigen stukje paradijs of jungle. We gingen er even rond kijken. Het was er echt megamooi, heuvels met jungle aan de zijkant en op de heuveltop zicht op zee. Daarna vertrokken we naar Skully’s wat eigenlijk gewoon 100 meter verder was. We speelden even in de zee, pingpongden, en amuseerden ons daar door met hoefijzers te spelen en op een strakgespannen touw te lopen. Uiteindelijk namen we de lange weg terug.
Op een andere dag huurden we nog eens fietsen (met hetzelfde systeem) maar deze keer fietsten we naar Bluff Beach. We fietsten zo ver als we konden over het hobbelpad om uiteindelijk uit te komen op een bord waar op stond dat we $25 per persoon moesten betalen om verder te mogen. Het was een pad voor quadbikes. Dus stopten we daar en gingen op het strand om daar megalang in de golven te spelen.
Jammer genoeg moesten we na een poosje beginnen terugfietsen want op de terugweg wilden we het Smithsonian Research Institute bezoeken. We kregen er uitleg over hoe ze daar werken en dat er mensen van over de hele wereld in werken of dat ze er projecten doen. Verder was er een voel aquarium, een luiaard, een onderzoeksproject met piepkleine kikkertjes: rode, rode met zwart en groene met zwart. Er was ook een estuary met schildpadden/ kaaimannen, grote vissen en een rare vogel. Dat was het zo’n beetje.